Ubud: cultureel centrum maar vooral toeristisch

Keurig op tijd werden we gisteren halverwege de ochtend weer opgehaald voor onze voorlaatste etappe. Dit keer was het einddoel Ubud, volgens de boekjes het cultureel centrum van Bali met veel authentieke kunstenaars. Het was maar een kort ritje (ongeveer 2 uur), dus er was ruimschoots de gelegenheid om tussenstops te maken. De tussenstops die wij echter in gedachten hadden bleken “niet mogelijk”, wel tussenstops met een commercieel tintje. Bij een kleine koffie- en theeplantage, waar een en ander werd verteld over het bereidingsproces van onder meer Luwakkoffie (zeer duur: > € 100,00 per kg.) en waar we e.e.a. konden proeven, met als doel dat we zouden kopen natuurlijk. Ook wilde de chauffeur wel stoppen bij een pretpark, waar we op een olifant zouden kunnen rijden. Hij was duidelijk teleurgesteld dat we daar niet op ingingen. Ik snap hem ook wel. Hij verdient ongeveer € 100,00 per maand, zijn vrouw ongeveer € 60,00 per maand en daar moeten ze, met hun baby van 10 maanden van rond zien te komen. Dus iedere cent provisie is mooi meegenomen. Natuurlijk liggen de prijzen hier allemaal anders en zo, maar toch. Zijn droom is het kopen van een eigen auto, zodat hij voor zichzelf kan gaan beginnen.
We waren dus al redelijk vroeg bij ons volgende resort en alweer werden we aangenaam verrast. Behalve de netheid en de luxe van de kamer, was het dit keer het prachtige terras wat er uitsprong. Ingericht in Balinese stijl met direct uitzicht over weidse rijstvelden, waar af en toe mensen aan het werk zijn.
Na ons geïnstalleerd te hebben was het tijd om Ubud even te verkennen. Op basis van wat we erover gelezen hadden, stelden we er ons heel wat bij voor. Maar het was vooral een toeristisch centrum, met alle kenmerken van dien: veel toeristenwinkeltjes, veel irritante verkopers, veel aanbiedingen voor tours enz. Van de authentieke kunstenaars was niet zo heel veel te zien. Hier en daar een galerie. Dit beeld werd bevestigd toen we ’s avonds een restaurant gingen zoeken.
Vandaag hebben we eerst lekker ontbeten op ons terras, om vervolgens een zelf uitgezochte wandeling te gaan maken. En die was zeer de moeite waard. Na ons door het toeristisch deel heengeworsteld te hebben, kwamen we uit bij prachtige rijstvelden om vervolgens echt door de jungle te moeten trekken. Gelukkig hadden we een goede beschrijving. Jammer dat her en der tussen de rijstvelden al enorme villa’s verrezen waren en dat er nog driftig gebouwd werd aan nieuwe. Deze villa’s zijn vast niet voor de Balinezen zelf. De rest van de middag hebben we heerlijk lezend door gebracht op ons terras.
Morgen gaan we op weg naar alweer ons laatste hotel van deze reis. We gaan naar Sanur, een plaats aan de toeristische zuidkust van Bali.