Nachtelijke jeeptour, rokende vulkanen en Japanse
Door: Ineke en John
Blijf op de hoogte en volg John en Ineke
08 Mei 2012 | Indonesië, Kalibaru
Half vier was het toen we gewekt werden. ’n Eerste blik naar buiten leerde dat er sterren zichtbaar waren, dus dat het in ieder geval niet helemaal bewolkt was. Even een plens water in het gezicht en naar buiten, waar onze jeep al stond te wachten. Met nog een heleboel anderen. Veel mensen waren dik ingepakt,compleet met mutsen en handschoenen. En dat terwijl de kou echt wel meeviel, ondanks dat we op ruim 2300 meter hoogte zaten. De jeep zou ons naar een uitzichtpunt brengen op een kleine 3000 meter hoogte. Maar voordat we daar waren stond ons nog een spannend en spectaculair ritje te wachten. Eerst een stuk over de lavavlakte die we de dag ervoor bij daglicht hadden gedaan en daarna via schier onbegaanbare weggetjes naar boven. We waren goed wakker geschud tegen de tijd dat we er waren. We waren overigens niet alleen. Enkele honderden andere kijklustigen hadden zich er al verzameld, dus het werd “strijden” om het beste plekje voor de beste foto’s en het beste uitzicht. Al gauw kleurde de hemel in het oosten oranje en werden de contouren van de verschillende vulkanen zichtbaar. Gecombineerd met de gedeeltelijke bewolking en de mistflarden over de grond gaf dat een erg mooi beeld. De grootste vulkaan, de Semeturu, braakte af en toe donker gekleurde aswolken uit, terwijl de Bromo voortdurend stoom afblies. Het voortdurend wisselende licht deed z’n best om het plaatje compleet te maken. Even kon de zon de vulkanen een beetje rood verlichten, om daarna schuil te gaan achter wat hoge bewolking. Jammer, maar het was toch zeer de moeite waard. Daarna konden we onze jeep opzoeken om ons in allerijl naar de kraterrand van de Bromo te begeven. Toen konden we bij daglicht zien hoe ontzettend slecht de weg was waarop we naar boven waren gereden. Met ons ging er een lange stoet jeeps mee naar de Bromo. Daar aangekomen moesten we nog een paar kilometer over de lavavlakte sjouwen en nog 249 treden naar boven klimmen om echt op de kraterrand te kunnen staan. We hadden ons ook op een paardje kunnen laten vervoeren, maar we gingen liever wandelen. Het was inmiddels alweer behoorlijk warm geworden, hoewel je dat niet zou zeggen als je de niet-toeristen zag: dikke jassen en mutsen. Na een wandeltocht met verschillende pauzes kwamen we aan op de rand. Je keek bijna recht naar beneden in een groot, rond gat waar voortdurend hete stoom uitkwam en waar je af en toe de vloeibare bodem kon zien. Het bizarre was dat de rand op de meeste plaatsen nog geen meter breed was en dat er geen enkele afscherming stond om te verhinderen dat er iemand naar beneden kon vallen. En op dat smalle stukje verzamelden zich dus honderden kijklustigen….. Er was wel een afrastering, maar daarvan kon je op somminge plaatsen alleen nog net de bovenkant zien van de paaltjes waar die aan bevestigd was. Bij een vorige uitbarsting is er zo’n dikke laag vulkaanas uitgestoten, dat de afrastering gelijk helemaal verdwenen was. Voor vandaag liep het in ieder geval goed af, maar je kunt wachten op de eerste uitglijder. En geloof me, op weg naar de kratermond is er niets waar je je nog even aan kan vastgrijpen.
De weg terug naar de jeep ging bergaf, dus iets vlotter. Om iets over achten waren we terug bij onze cottage en konden we douchen en gaan ontbijten, om daarna onze weg te vervolgen naar Kalibaru, ’n klein plaatsje midden op Oost-Java. Behalve wat kleine dorpjes is daar verder niets te doen. We blijven daar 3 nachten in een heerlijk luxe resort om even lekker rustig aan te doen en bij te komen van de toch wel enerverende laatste 3 dagen. Na ons geïnstalleerd te hebben in ons nieuwe cottage werden we al snel “overvallen” door een dame die ons een Japanse massage aanbood. En ach, waarom ook niet. Jezelf helemaal los laten kneden voor nog geen 10 euro is niet verkeerd.
Morgen hebben we niets op het programma staan. De bedoeling is op eigen houtje wat te gaan wandelen of te fietsen. Maar misschien gaan we ook wel helemaal niets doen.